Mensen vragen mij regelmatig ‘of het niet zwaar is’. Al dat verdriet. Of dat niet aan me blijft plakken.
Als ik terugkijk op de afgelopen vijf jaar, is dat eigenlijk maar twee keer gebeurd.
En dat was tijdens zogenaamde ‘OCMW-uitvaarten’. Dat zijn plechtigheden waarin het OCMW tussenkomt omdat de overledene, noch de familie, de middelen hebben om de begrafeniskosten te dragen.
Waar een ‘gewone’ uitvaart in bijvoorbeeld de aula van een crematorium 50 minuten duurt, mogen vieringen voor OCMW-cliënten maar 20 minuten duren.Men zei me: ‘Ge moet er niet te veel moeite insteken, want het is maar voor het OCMW.’
Tijdens die begrafenissen mochten ook maar drie liedjes klinken in plaats van de gebruikelijke zes of zeven.
Ik weet het. Niemand treft hier schuld. Ik begrijp zeer zeker het OCMW en al helemaal de uitvaartondernemers.
Dat neemt niet weg dat ik het toch verschrikkelijk onrechtvaardig vind.
Is een leven minder waard omdat mensen tijdens hun levensloop misschien keuzes hebben gemaakt die niet zo slim waren? Of omdat ze ziek werden, daardoor niet meer konden gaan werken en in de schulden zijn terechtgekomen? Of ja, om welke reden dan ook …
Er wordt gezegd dat de plaats waar je wieg staat een grote invloed heeft op je verdere levensloop.
Vaak staan we er niet bij stil dat die regel ook geldt bij het einde van het leven, maar dan vooral voor de kinderen van families in armoede. Want wat voor signaal krijgen zij?
‘Mama of papa betekenen niet zo veel. Hun eerbetoon mag maar één derde in beslag nemen van de gebruikelijke tijd.’
Zetten we daarmee ook niet de cyclus van generationele armoede verder?
Comments